Webdidactiek
Welkom bij Webdidactiek.nl
Webactiviteiten nieuws
Onderzoek
Webactiviteiten algemeen
Webactiviteiten per leergebied opgesteld vanuit TPACK
Interactiviteit in lessen met webactiviteiten
Cursussen en trainingen Webdidactiek voorjaar 2015
Act!ve wordt InstaLes
Informatie vinden en inhoud controleren op betrouwbaarheid
Informatie verwerken tot een nieuw product
Toetsen en evalueren
Discussieren
Gaming
Discussieren

Voor sommige leerlingen is virtueel discussiëren een uitkomst. Sommige leerlingen laten zich in een discussie in levende lijve soms een beetje ondersneeuwen doordat ze even wat meer tijd nodig hebben om over een argument na te denken. Een virtuele discussie biedt hen die tijd. Hun bijdragen aan de groepsdiscussie kunnen van hoge kwaliteit zijn. Maar het vraagt ook wat van de docent om een virtuele discussie op te starten en op een zinvolle manier draaiend te houden en goed terug te koppelen met wat er in de klas gebeurt.

Veel leerlingen discussiëren over van alles en nog wat via hun sociale media. Opdrachten waarbij leerlingen onderling discussieren om een stuk leerstof te verdiepen zijn echter schaars. Handleidingen over hoe je als docent een succesvolle virtuele discussie opstart, volgt en verbindt aan een product aan de hand waarvan geevalueerd kan worden of de leerling ook daadwerkelijk iets heeft geleerd zijn opvallend schaars voor het voortgezet onderwijs.

Op basis van eigen ervaring volgt hieronder een stappenplan, dat is geextraheerd uit meerdere jaren ervaring bij het opstarten en begeleiden van een discussie over evolutie vs schepping in het kader van het vak ANW in 4vwo op een Christelijke school.

Stap 1: Voorbereiding
Een virtuele discussie met een klas voeren heeft alleen zin als voor de leerlingen duidelijk is op welke manier dit bijdraagt aan hun eigen leerproces en op welke manier er 'iets te verdienen' valt met hun bijdrage aan de discussie.
Keuzes die gemaakt moeten worden:
a.  Is het deelnemen aan de disussie een doel op zich of is het een onderdeel van een grotere opdracht?
b. Mogen leerlingen zelf een 'string' (discussielijn) starten?
c. Blijft de discussie binnen de klas, binnen een jaarlaag, binnen een opleiding, binnen een school of mogen ook 'derden' deelnemen?
d. Op welke manier mengt de docent zich in de discussie? Alleen als er inhoudelijk verkeerd begrip dreigt te ontstaan? Alleen om ontoelaatbare berichten te censureren? Of als mede discussiant?
e. Hoe lang kan er gereageerd worden? (Ongeveer 3 weken blijkt bij de discussie schepping vs evolutie optimaal te zijn, korter gaat ten koste van de diepgang, langer lokt 'geklooi' uit).
f. Op welke manier wordt deelname aan de discussie beoordeeld?

Stap 2: Klaarmaken
Voordat de klas virtueel kan discussieren moet een discussieforum open gezet worden waar alle leerlingen bij kunnen. De meeste elo's bieden deze mogelijkheid.
De docent controleert alle instellingen van de discussie en plaatst een eerste, controversiele, stelling die de leerlingen uitdaagt om hun mening hierover te vormen en onderling uit te wisselen.
De docent kondigt tijdens de les aan dat de klas een virtuele discussie gaat houden over een bepaald onderwerp, laat de klas weten op welke manier dat past in het geheel van te leren leerstof en vaardigheden, hoe dit beroordeeld wordt en laat de klas weten binnen welke termijn leerlingen kunnen reageren. Ook is het belangrijk om in dit stadium gezamenlijk regels op te stellen over de manier waarop gediscussieerd wordt en eventuele sancties voor leerlingen die zich niet aan deze afspraken houden.

Stap 3: Starten
Sommige klassen starten 'vanzelf'. Bij andere klassen duurt het even voordat het eerste schaap over de dam is. Bij heel trage klassen werkt het goed om een paar (stille) leerlingen te vragen om als eerste te reageren. Als ook dat niet werkt, kan het helpen om de leerlingen die een succesvolle 'string' starten (een discussielijn waar anderen op reageren), bonus punten te verlenen.

Stap 4: Volgen
Gedurende de tijd dat de leerlingen discussieren is het uiterst belangrijk om leerlingen te laten merken dat je als docent weet wat er op het discussieforum gebeurt. Ervaring leert dat teveel inmenging van de docent de discussie 'dood' kan slaan. Enige terughoudendheid is geboden. Leerlingen waarderen het echter zeer als de docent 'in de discussie springt' op het moment dat er begripsverwarring of misconcepties in de discussie ontstaan. Leerlingen laten weten dat je er als docent bent en regelmatig de discussie volgt voorkomt ook een boel narigheid. Mocht er toch narigheid komen: nare berichten meteen verwijderen en de eerstvolgende les met de leerlingen terugblikken op wat er is gebeurd en uiteraard de afgesproken sancties uitvoeren.

Stap 5: Afsluiten

Bevries de discussie op de afgesproken datum. Als de discussie gebruikt wordt als onderdeel van een grotere opdracht, bijvoorbeeld een reflectieopdracht, houdt dan de bevroren discussie open voor alle leerlingen zodat zij discussielijnen kunnen analyseren.

Stap 6. Beoordelen
Beloon leerlingen voor hun deelname aan de discussie op de afgesproken wijze. Het kan zijn dat de mate van deelname aan de discussie op zich wordt beoordeeld, of, en dat blijkt in de praktijk eenvoudiger objectief te beoordelen, de mate waarin de leerling opmerkingen uit de discussie betrekt bij de uitvoering van de grotere opdracht.

Artikel uit COS waarin nader ingegaan wordt op het voeren van een digitale discussie met leerlingen